''Haat, zoals sommigen die kennen, begrijp ik niet''

Robin van Persie vond het als tiener meestal een feest om tegen Ajax te spelen. In het eerste van Feyenoord heeft de aanvaller echter nog nooit van de aartsrivaal gewonnen. Daar het merendeel van zijn loopbaan zich in het buitenland afspeelde, heeft hij daar geen trauma aan overgehouden. Van Persie ontkent dat jonge Ajacieden met meer arrogantie hun tegenstanders bekijken en zich daardoor zo goed staande houden. "Zo had ik het nooit ervaren", vertelt hij in De Telegraaf.

"Ik heb het net over de lichting voetballers waarmee ik opgroeide bij Feyenoord. Wij konden er ook wel wat van, hoor", memoreert Van Persie. "Wij hadden ook een grote mond en waren voor niemand bang. We vonden het ook de normaalste zaak van de wereld dat we met flair en heel zelfverzekerd elftallen van Ajax tegemoet traden. Dat blijft in je zitten."

Niet elke speler van Feyenoord heeft zulke ervaringen tegen Ajax in de jeugdopleiding van Feyenoord gehad als hijzelf, weet Van Persie. Angst voor een pak slaag heeft de aanvaller echter niet. "Ik vertel aan iedere supporter bij de entree van ons trainingscomplex dat ik die angst niet heb", verzekert hij. "Ajax-Feyenoord is een mooie strijd. We moeten juist blij zijn dat we die rivaliteit hebben en dat iedereen het over de Klassieker heeft. Haat, zoals sommigen die kennen, begrijp ik niet."

"Haat is sowieso niet goed. Zelfs toen ik met Jong Feyenoord daar die ontspoorde wedstrijd op De Toekomst meemaakte, heb ik daar nooit over gezeurd. Dat vond niemand leuk. Ik niet, de spelers van Feyenoord en Ajax niet, Marco van Basten en John van ’t Schip, die net trainer waren van Jong Ajax, ook niet." Van Persie maakte veel derby’s mee, maar in zijn optiek haalt geen enkele wedstrijd het bij Arsenal-Tottenham in Noord-Londen. "Daar zat iedereen, van de wasvrouw tot de materiaalman, de hele week in spanning. Ze lieten me weten dat we niet van Tottenham mochten verliezen."