Geert Meijer was ooit interim-hoofdtrainer van Feyenoord, maar was vooral assistent van zeven hoofdtrainers: Pim Verbeek (die later bijgestaan zou worden door Gunder Bengtsson) en daarnaast ook Wim Jansen, Hans Dorjee, Willem van Hanegem, Arie Haan en Leo Beenhakker. Het is duidelijk dat Meijer hoogte- en dieptepunten heeft meegemaakt met de Rotterdammers.
Meijer kijkt in De Telegraaf onder andere terug op de tijd van Feyenoord onder Jansen. "We speelden die eerste periode puur op resultaat, eerst moest alles achterin dicht blijven en dan keken we waar we uitkwamen. We wonnen de beker en daarna gingen we een prachtig seizoen in met de Europa Cup voor bekerwinnaars. Het voetbal werd steeds aantrekkelijker en aanvallender."
De ervaringsdeskundige koppelt zijn ervaringen van toen aan nu. "Echt, wat ik nu zie is werkelijk extreem. Maar het is wel prachtig om te zien. In bepaalde wedstrijden kon Feyenoord midden jaren ’90 ook waanzinnig aanvallen. Ik hoef maar aan Werder Bremen uit te denken", zo vervolgt Meijer. "Wij hadden achterin geweldige gasten staan: Ruud Heus, Henk Fraser, John de Wolf en Ulrich van Gobbel. Maar onze backs stonden nooit zo ver naar voren als Pedersen en Malacia."
De complimenten gaan uiteindelijk vooral naar Arne Slot. "Ik denk dat hij bij zijn komst meteen met de groep heeft gesproken hoe hij het wil hebben. Een deel van deze groep wilde vorig jaar al meer druk zetten en op de helft van de tegenstander de boel vastzetten, dus die jongens zullen er heel blij mee zijn geweest.” Nu is het zaak om het huidige niveau vast te blijven houden. "Ik ben niet bang dat Feyenoord zwaar onderuit zal gaan. We zullen het pas echt weten op 19 december, als Ajax naar De Kuip komt. Met Bijlow staat er ook een keeper die niet veel goals incasseert."
Lees het artikel op de mobiele website