Immers blikt terug: ''Ik heb daar hele mooie dingen meegemaakt''

Lex Immers speelde 124 wedstrijden in het shirt van Feyenoord. De aanvallende middenvelder scoorde daarin 35 doelpunten en was 16 keer de aangever. Immers was zondagochtend te gast in het praatprogramma Goedemorgen Eredivisie en kijkt met een goed gevoel terug op zijn periode in De Kuip.

''Het publiek, mooie wedstrijden Europees, mooie trainers, zoals Ronald Koeman en Fred Rutten natuurlijk. Doelpunten gemaakt in De Kuip'', somt de 37-jarige Immers de pluspunten van zijn tijd bij Feyenoord op. ''Ook medespelers en mensen die bij de club werken. Feyenoord was gewoon een mooie club om voor te spelen. Ik heb daar hele mooie dingen meegemaakt.''

Immers was twee seizoenen op rij de meest scorende middenvelder. Twaalf doelpunten per seizoen zijn uitstekende cijfers, toch was er vaak kritiek op Immers. ''Ik ben natuurlijk best wel afgeschilderd, er zijn best wel mensen geweest die een mening over mij hebben gehad: hoort dat wel thuis in het betaalde voetbal? Uiteindelijk, als je naar statistieken gaat kijken, heb ik het niet slecht gedaan als nummer tien bij Feyenoord.

''Ik heb zeker twee hele mooie jaren gehad, met Graziano Pellè. In twee jaar tijd scoorden we 75 goals met zijn tweeën. Dat was een hele mooie periode, en hebben we aan het kampioenschap geroken. Ik was niet de meest frivole speler, maar ik was wel altijd onderweg. Veel inzet, dat soort dingen. Ik had ook mijn kwaliteiten, maar ik was niet de beste voetballer. Ik heb toch wel mijn bijdragen geleverd.''

3-5-2 systeem
Immers was ook getuige van een nieuw spelsysteem onder Ronald Koeman. De trainer koos bij Feyenoord voor een 3-5-2 systeem, dat later werd overgenomen door Louis van Gaal bij het Nederlands Elftal. ''Wij hebben dat niet een heel seizoen gespeeld. Het was bij ons ineens een omslag. Wij gingen 5-3-2, 3-5-2, net hoe je het wil zeggen, spelen. Volgens mij was het de eerste keer uit bij FC Groningen.''

''Het was heel onwennig. Als middenvelder, als je opendraait, ga je heel anders naar voren kijken, omdat je maar twee man voor je hebt. Ik was als middenvelder gewend dat ik of naar Ruben Schaken rechts of links op Jean-Paul Boëtius kon spelen. Je kon nu niet de buitenkanten vinden, dat was wel een apart systeem op dat moment. Uiteindelijk hebben we daar wel resultaten mee gehaald.''