Twijfels sloegen toe bij Kökcü na harde nederlaag tegen FC Kopenhagen

Feyenoord is kampioen van Nederland, en dat hadden niet veel mensen zien aankomen aan het begin van het seizoen. De Rotterdammers hebben zondagmiddag de zestiende landstitel weten te pakken na een uitstekende overwinning in De Kuip tegen Go Ahead Eagles. Ook Orkun Kökcü had niet het idee dat het mogelijk was aan het begin van het seizoen.

Kökcü haalt in gesprek met Voetbal International de oefenwedstrijd tegen FC Kopenhagen aan. De ploeg van trainer Arne Slot verloor diverse sterkhouders en ging op Varkenoord met 0-7 onderuit. De twijfels sloegen ook bij de aanvoerder van Feyenoord toe en hij ging in gesprek met Slot. ''Dat was het moment waarop ik dacht: Is het wel slim te blijven? Op dat moment denk je als speler aan jezelf. Want als het niet goed zou gaan? Dan was alles wat ik had opgebouwd misschien voor niets geweest.''

''Zouden die clubs dan nog een keer komen voor me? Daarbij wilde ik pas weg als ik een keer kampioen was geworden, of in ieder geval een prijs zou hebben gepakt. De trainer was blij met mijn openhartigheid. 'We gaan een mooi team bouwen dat misschien geen kampioen wordt, maar wel goed voetbal speelt en zal gaan méédoen om prijzen'. Ik vertrouwde de trainer blindelings, omdat hij dat had afgedwongen. Geen enkele twijfel, zó sterk is onze relatie.''

Feyenoord kreeg gaandeweg het seizoen steeds meer vertrouwen dat de titel wel eens mogelijk kon zijn. ''Vooral tijdens de winterstop hebben we de basis gelegd. De trainer zei al na de korte en rommelige zomer – waarin al die nieuwe spelers kwamen – dat in november en december in feite onze échte pre season zou beginnen. Doordat het WK werd gespeeld, hadden we alle tijd hard te trainen. Was niks aan gelogen. Die winterbreak duurde vier weken en alleen op zondag hadden we vrij.''

''Kan je nagaan: vier vrije dagen in een maand tijd'', vervolgt de 22-jarige middenvelder in de kampioensspecial van het weekblad. ''Het voelde ook echt als een voorbereiding, maar nu weet ik dat we in die weken de basis hebben gelegd voor onze fitheid. De data wijzen uit dat we in acht van de tien wedstrijden meer liepen en meer konden brengen dan onze tegenstanders. Het zware werk is dus niet voor niets geweest.''