De Statistieken: Linssen en Dessers langs de meetlat

De Statistieken: Linssen en Dessers langs de meetlat

Feyenoord was in de wedstrijd tegen FC Groningen dominant genoeg om de wedstrijd te winnen, maar verzuimde het om dit ook om te zetten in doelpunten. Het wakkerde de discussie over wie de eerste spits van de Rotterdammers moet worden maar weer eens aan. Daarom worden deze week Bryan Linssen en Cyriel Dessers in deze rubriek langs de meetlat gelegd.

In de eigen Kuip liep Feyenoord tegen de bekende problemen aan. De ploeg had het overwicht als het gaat om balbezit (63%) en kansen (23 schoten, 6 op doel, 2,84 xG*; voor Groningen was dat 6 schoten, 3 op doel, 0,66 xG). 505 van de 596 passes (85%) van Feyenoord kwamen aan (voor Groningen 267 van de 360, 74%) en de ploeg won 53 duels tegenover de 35 van Groningen. Kortom, de Rotterdammers verdienden de overwinning, maar deden zich zelf voor de zoveelste keer tekort.

*Expected goals: verwacht aantal doelpunten op basis van het aantal kansen en de kwaliteit ervan. Berekend door EredivisiePlots

Spitsendiscussie
Na afloop van de wedstrijd was de meestbesproken vraag of het niet tijd wordt om Cyriel Dessers een basisplaats te geven. Dat is niet alleen vanwege diens doelpunt begrijpelijk, maar ook door het totaal onzichtbare optreden van Bryan Linssen in het eerste gedeelte van de wedstrijd. De spits stond 56 minuten op het veld en kwam in die tijd tot niet meer dan 8 balcontacten*, met afstand zijn laagste aantal in één wedstrijd dit seizoen. Vervanger Dessers stond 34 minuten op het veld en kwam in die tijd 12 keer aan de bal. De overige veertien spelers die op het veld stonden (ook invallers dus) noteerden allemaal meer balcontacten.

Hoewel Linssens bijdrage niet volledig in statistieken te vatten is, kan wel gesteld worden dat hij een ongelukkige wedstrijd speelde. Zijn 5 passes kwamen allemaal aan, maar sleutelpasses of voorzetten zaten daar niet bij. Zijn enige doelpoging werd geblokt en verder verloor hij 2 keer de bal, beging hij 3 overtredingen en won hij geen van zijn 3 duels. Dessers was goed voor 3 doelpogingen (1 goal en 2 mis, waarvan 1 op de paal). Hij zette 3 dribbels in, waarvan 2 met succes, won 3 van zijn 6 duels en leed 4 keer balverlies.

De Statistieken: Linssen en Dessers langs de meetlat

Uiteraard zegt een vergelijking op basis van één wedstrijd nog niet veel. Daarom is het vergelijken van de statistieken over het gehele seizoen op zijn plaats. Zo speelde Linssen in de Eredivisie 1815 minuten, verdeeld over 25 wedstrijden. Daarin was hij goed voor 11 doelpunten en 7 assists, wat neerkomt op 0,5 doelpunten en 0,3 assists per 90 minuten. Gezien het feit dat Dessers bijna uitsluitend als invaller speelt, is dat de eerlijkste manier om de twee met elkaar te vergelijken. De Belg speelde 442 minuten verdeeld over 19 wedstrijden en tekende daarin voor 5 doelpunten en 1 assist. Dat is gemiddeld 1 doelpunt en 0,2 assists per 90 minuten.

Dessers schiet dan ook aanzienlijk vaker: 5,9 keer per 90 minuten tegenover 3,3 van Linssen. Gemiddeld verstuurt Linssen meer passes dan Dessers (16,3 tegenover 15,3), maar wat betreft belangrijke passes doet Dessers het dan weer beter. Hij geeft gemiddeld 1,6 sleutelpasses per 90 minuten, tegenover 1,2 van Linssen. Daarnaast dribbelt Dessers aanzienlijk vaker (2 succesvolle en 2,4 niet succesvolle dribbels, voor Linssen 0,3 succesvol en 0,4 niet succesvol) en wint hij meer luchtduels (3,1 van de 5,7 per 90 minuten, Linssen 1,5 van de 3,7). Wel lijdt de Belg meer balverlies: 10,8 keer tegenover 7,5.

Een belangrijke kanttekening om te maken is dat Arne Slot Linssen juist met name prijst om zijn bijdrage als Feyenoord niet aan de bal is. In statistieken is dat een stuk lastiger terug te zien, al kan er in ieder geval gekeken worden naar de keren waarop beide spelers direct zelf de bal veroveren. Daarin zien we dat Linssen per 90 minuten 1,6 tackles inzet, waarvan er 0,9 succesvol zijn. Voor Dessers is dat 0,8 van de 1. Verder is Linssen elke 90 minuten goed voor 0,5 onderscheppingen. Voor Dessers is dat 0.

Malacia, Aursnes en Kökcü
Kijken we nog even naar de statistieken van Feyenoord tegen FC Groningen, dan zien we dat Fredrik Aursnes (121 balcontacten), Tyrell Malacia (115) en Orkun Kökcü (107) het meest aan de bal waren. Voor de twee middenvelders is dat gebruikelijk, voor de linksback wat minder. Malacia was vooral de speler die de meeste duels won: 7 van de 11 over de grond en 3 van de 3 in de lucht. Alleen Alireza Jahanbakhsh (7 uit 8 over de grond, 1 uit 2 in de lucht) kwam in de buurt van die cijfers. Aan de bal was Malacia onder meer goed voor de meeste dribbels (3 van de 4 waren succesvol, voor invaller Patrik Wålemark was dit 3 van de 3) en 3 schoten (1 op doel, 2 geblokt). Dit was evenveel als Dessers, terwijl Luis Sinisterra (5 schoten: 2 op doel, 3 mis) de kroon spande.

De Statistieken: Linssen en Dessers langs de meetlat

Uiteraard waren de drie genoemde spelers ook degenen die de meeste passes verstuurde. Bij Aursnes kwamen er 84 van de 103 (82%) aan, bij Kökcü 75 van de 86 (87%) en bij Malacia 74 van de 86 (86%). Kökcü was wederom de speler met de meeste sleutelpasses (5), gevolgd door Aursnes (3) en Marcus Pedersen (2). De Noor had overigens de hoogste passnauwkeurigheid van alle spelers met meer passes dan de 5 van Linssen (95%, 38 van zijn 40 passes kwamen aan). Wel waren Aursnes (25), Kökcü (21) en Malacia (18) de spelers die de bal het vaakst kwijtraakten.

Statistieken afkomstig van SofaScore en WhoScored

Lees meer over
De Statistieken
Plaats reactie
666

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties