Smorenburg licht toe: "We nemen iets meer risico, maar wel bewust en met verstand"

Het Feyenoord van nu lijkt in weinig meer op dat van drie jaar geleden. Dat geldt niet alleen voor de prestaties op het veld, maar ook voor de financiële situatie van de club. De sportieve successen en grote transfers leveren flinke inkomsten op, waardoor de club ook meer te besteden heeft. Financieel directeur Pieter Smorenburg lichtte het financiële plaatje bij Feyenoord uitgebreid toe in gesprek met NRC.

In 2019 trad Smorenburg in dienst bij Feyenoord. De ambities die daarbij kwamen kijken waren, in zijn woorden, 'groeien en aanhaken bij de Europese top'. Destijds lag de focus daarbij op de bouw van een nieuw stadion of het aantrekken van investeerders. Inmiddels zijn die doelstellingen echter op een andere manier geslaagd. 'Door met minimale middelen boven verwachting te presteren. Vooral dankzij een topcoach en slimme scouting', vatte de krant dat samen.

Plannen met De Kuip
Zo werd intussen besloten om de plannen voor een nieuw stadion niet door te zetten en voorlopig in De Kuip te blijven. Hoe dat zit met de verouderde status van het iconische stadion? "Op korte termijn willen we de urgente problemen aanpakken", aldus Smorenburg. "En we zijn bezig met een bredere inventarisatie: ik verwacht een lijst met tientallen mogelijke verbeteringen. De perstribune bijvoorbeeld, die is verouderd. En de verhouding tussen zakelijke gasten en supporters is bij ons in vergelijking met andere stadions uit het lood. Wij kunnen hier vierhonderd, vijfhonderd diners plaatsen, terwijl sc Heerenveen er in een kleiner stadion al meer dan duizend heeft. Daar loop je tegen de grenzen aan."

Wie voor die aanpassingen moet betalen, blijft de vraag. "Er is een nieuwe stadiondirecteur gekomen (Lilian de Leeuw, red.). We zitten in dezelfde gang en werken goed samen. Maar uiteindelijk loop je er wel tegenaan: is het iets wat de eigenaar zou moeten doen, of iets wat wij als huurder kunnen doen? Daar kijken we nog naar." Uiteindelijk wil Feyenoord zelf zeggenschap over het stadion, maar dat ligt volgens Smorenburg juridisch, financieel en fiscaal behoorlijk ingewikkeld. "We zijn nu aan het onderzoeken hoe dat zou kunnen. Als wij er geld in steken, willen we ook meer kunnen bepalen wat er gebeurt. Maar er moet eerst een plan komen."

Zoektocht naar investeerders beëindigd
Een ander thema dat speelde toen Smorenburg aantrad, was het binnenhalen van investeerders. Volgens de financieel directeur was het aantal concrete aanbiedingen - mede door de sportieve en financiële situatie van toen - beperkt. Met de partijen die serieus geïnteresseerd waren, kwam de club er niet uit. "Wij wilden het beste voor de club: zo veel mogelijk geld tegen zo weinig mogelijk aandelen. Maar als je tientallen miljoenen vraagt, willen partijen ook alles kunnen beslissen. Daar zijn we niet uitgekomen."

Met de huidige successen zijn er af en toe nog partijen die zich melden. Smorenburg gaat vaak met ze in gesprek, maar denkt niet dat buitenlandse geldschieters op dit moment nog nodig zijn. "Als je twee jaar geleden had gezegd: jullie worden in 2023 kampioen en het seizoen erna word je niet weggespeeld in de Champions League, hadden veel mensen gezegd: droom nog even verder, maar dit is Feyenoord. Maar het kan dus wel, op eigen kracht. De zoektocht naar investeerders hebben we daarom ook beëindigd."

Wat ook nog een rol speelt, is dat bijna de helft van de aandelen nog altijd in handen is van de Vrienden van Feyenoord. "Op dit moment is het simpel: financieel hebben we best een paar stappen gemaakt. Maar we hebben na een heel goed seizoen een eigen vermogen van 7 miljoen, op een omzet van 99 miljoen. Dat is een beginnetje, maar we zijn er nog niet. Je kan best filosoferen over de positie van de Vrienden, maar ik ben op dit moment heel blij dat ze er zijn. Het is dus niet aan de orde."

Nuance in inkomsten
Bovendien wil Smorenburg nuance aanbrengen in de inkomsten die Feyenoord door Champions League-voetbal en recordtransfers binnenhaalt. Zo wijst hij erop dat de Conference League- en Europa League-campagnes van de afgelopen twee jaar allebei zo'n 22 miljoen euro opleverden. In de Champions League verwacht hij minimaal 30 miljoen te verdienen. "Dat is dus meer, maar niet 30 miljoen meer", benadrukt hij.

En wat transfers betreft, houdt Feyenoord aanzienlijk minder over dan de inkomsten die op Transfermarkt staan vermeld. Volgens die website zou Feyenoord in het afgelopen boekjaar 68 miljoen euro hebben verdiend aan uitgaande transfers, maar in de praktijk kwam dit neer op iets meer dan 47 miljoen euro. Er moet namelijk rekening worden gehouden met solidariteitsbijdragen voor opleidingsclubs, kosten voor spelersmakelaars en doorverkooppremies, die soms nodig zijn om spelers te overtuigen om voor Feyenoord te kiezen.

Meer risico
Aan de andere kant betaalt Feyenoord wel steeds meer aan transfersommen en salarissen. De afschrijvingen zijn zelfs verdubbeld ten opzichte van het jaar ervoor: van 15 miljoen naar 30 miljoen, waarmee het huidige elftal duurder is dan dat van PSV. Dat terwijl het eigen vermogen nog altijd relatief laag is. "We nemen iets meer risico, maar dat doen we bewust en met verstand. We houden echt wel in de gaten dat we daar niet in doorschieten", verzekert Smorenburg.

"Het is een strategische keuze die we hebben gemaakt: we willen sportief naar een hoger niveau. En we weten dat we Champions League gaan spelen; daar wil je niet weggespeeld worden. Dat betekent dat je kwaliteit op het veld moet hebben. Daarom hebben we het bedrag dat we hebben verdiend met transfers vrijwel volledig geherinvesteerd in het team. De selectie is de afgelopen seizoenen ook snel in waarde gestegen, dus dat laat zien dat je ook waarde creëert."