Gertjan Verbeek: als bokser een stilist

Trainer Gertjan Verbeek van Feyenoord heeft maandagavond zijn intrede gedaan in de Rotterdamse bokswereld. Hij was één van de eregasten bij de vijftiende editie van de Bep van Klaveren Memorial. Als oud-amateurbokser genoot de geboren Deventenaar met volle teugen van de gala-avond vol sport, zang en dans in het afgeladen Topsportcentrum (3000 toeschouwers).Verbeek was als junior en later ook nog even als A-senior best wel een talentvolle amateurbokser. 'In het programmablad staat dat ik een stilist was en dat klopt eigenlijk wel', grinnikte hij. 'Ik heb diverse stijlprijzen gewonnen en ben ook nog kampioen van Twente geweest. Ik had ook best een eindstoot mag ik wel zeggen. Nee, kampioen van Nederland ben ik nooit geweest. Op 24-jarige leeftijd ben ik gestopt en heb ik definitief voor de voetballerij gekozen.'

De oud-speler van SC Heerenveen en Heracles Almelo begon op veertienjarige leeftijd bewust met boksen. Hij bokste zo'n zestig partijen waarvan hij uiteraard de meeste duels won. 'Ik ging boksen om een betere voetballer te worden. Ik wilde een betere conditie krijgen en ik wilde fysiek sterker worden. Dat is wel gelukt, denk ik. Op latere leeftijd kreeg ik als beginnend A-klasser in het halfzwaargewicht steeds minder partijen voorgeschoteld. De tegenstanders waren ineens geblesseerd of meldden zich gewoon af. Dat was wel jammer, ja.'

De keuze voor boksen als extra sport was voor de jonge Verbeek destijds niet zo moeilijk. 'Het was in de tijd van Mohammed Ali, George Foreman en Joe Frazier. Ik werd om vier uur 's nachts uit mijn bed gehaald om naar die geweldige gevechten te kijken. Dat maakte grote indruk op mij. Boksen vond en vind ik nog steeds een prachtige sport.'

Bep van Klaveren, de enige olympisch bokskampioen van Nederland (1928), heeft hij nooit persoonlijk gezien of gesproken. Maar als boksliefhebber wist Verbeek natuurlijk wel iets van de naam en faam van de Rotterdamse volksjongen, die in 1992 op 84-jarige leeftijd overleed. 'Eén van de eerste dingen die ik in Rotterdam kreeg toen ik afgelopen zomer bij Feyenoord aan de slag ging, was een boekje met een heel groot interview met Van Klaveren. Het was in onvervalst Rotterdams opgeschreven waardoor ik meteen enkele mooie vloeken leerde. Ja, dat was een leuke binnenkomer.'