Feyenoord heeft maandagmiddag het jaarverslag van het boekjaar 2021/22 bekendgemaakt. In deze periode staat onder de streep een nettoverlies van 4,5 miljoen euro. Feyenoord gaf echter de nodige uitleg bij deze cijfers, waaruit blijkt dat de toekomst van de club er een stuk rooskleuriger uitziet.
De omzet in het afgelopen boekjaar bedroeg 87 miljoen euro, een stijging van 41% ten opzichte van seizoen 2020/21. Deze flinke groei is te danken aan het geweldige Europese seizoen dat Feyenoord achter de rug heeft, waarin de finale van de Conference League werd bereikt. Dat leidde tot een operationele winst van 1 miljoen euro, een verbetering van 5 miljoen euro ten opzichte van het jaar ervoor.
Het spelersresultaat over het afgelopen boekjaar was negatief: -10 miljoen euro. Dit is opvallend, maar goed te verklaren. Feyenoord verdiende grote bedragen aan de verkopen van Luis Sinisterra, Tyrell Malacia, Marcos Senesi en Fredrik Aursnes, maar al deze transfers vonden pas ná 1 juli plaats. Dat was na sluiting van het boekjaar, en dus zullen deze resultaten pas in het volgende jaarverslag terug te zien zijn. Dat leidde er dus toe dat er dit jaar na rente en belastingen onderaan de streep een nettoverlies van 4,5 miljoen euro stond.
Smorenburg licht toe
De cijfers werden verder toegelicht door financieel directeur Pieter Smorenburg. "De transfers van spelers als Malacia, Sinisterra, Senesi en Aursnes hebben na 1 juli samen bijna 70 miljoen euro opgebracht. Die gelden komen gespreid over meerdere jaren binnen en er gaan nog allerlei kosten en belastingen vanaf, maar uiteindelijk houden we daar een bedrag van tussen de 45 en 50 miljoen euro aan over. Het overgrote deel daarvan hebben we weer geherinvesteerd, omdat we onze sportieve ambities ook dit seizoen weer willen waarmaken. Want al moest en moet verdere groei de financiële positie verbeteren, uiteindelijk staan onze sportieve doelen natuurlijk centraal."
"Nieuw sportief succes leidt immers weer tot nieuw financieel succes, zo is afgelopen zomer weer eens nadrukkelijk gebleken", vervolgde Smorenburg. "Uiteraard direct, doordat je meer inkomsten haalt uit de extra wedstrijden, de premies in de Conference League en de groei van de recettes en partnerships in volgende seizoenen, maar ook indirect in de vorm van hogere transfersommen. Dankzij de Conference League hebben de club en zeker ook de spelers zich kunnen laten zien op het Europese podium. Dat leidde tot interesse van grote buitenlandse clubs. Die lijn moeten we zien vast te houden."
Het volledige jaarverslag is hier te lezen.
Plaats reactie
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties