Een half jaar geleden was Maarten Stekelenburg nog brochures voor de zomervakantie van 2021 aan het doorbladeren, maar dankzij een plaspil van z’n collega pakt hij in de nadagen van zijn carrière onverwachts nog even een EK’tje mee als eerste keeper van Oranje. Ik kan er wel mee leven, maar laten we wel wezen: de rooskleurige toekomst van het Nederlands elftal staat in het doel bij Feyenoord. Dat is geen toeval. Er valt genoeg te zeiken en te mauwen over ons cluppie, maar over een ding hebben we nooit te klagen: de sluitpost van Feyenoord is altijd van topkwaliteit.
Met Eddy Pieters Graafland won Feyenoord haar eerste Europa Cup 1, Eddy Treytel schoot een meeuw uit de lucht en Joop Hiele werkte zich op tot clubicoon die na Wijnstekers, Jansen en Troost de meeste wedstrijden speelde voor de Trots van Zuid. Mijn eerste levende herinnering aan een doelverdediger van Feyenoord is echter Oeh ah Ed de Goey. De goalie uit Gouda blonk uit in briljante reddingen, puzzelen, een formidabele muzieksmaak en normaal zijn. ‘Ed de Goey is zo gewoon, dat het niet meer normaal is’, schreef columnist Paul Onkenhout ooit. Ed was abnormaal gewoon.
Waar sommige aankopen te kampen krijgen met het Kuipvrees-syndroom, daar lijken onze doelmannen bij de medische keuring een injectie te krijgen met een dubbele dosis Kuipmoed. Eenmaal permanent tussen de palen in het mooiste stadion van Nederland, stijgen ze uit tot ver boven de lichtmasten. Jerzy Dudek kwam als grote onbekende over van Sokól Tychy. De sympathieke Pool manifesteerde zich als absolute topkeeper bij Feyenoord (besef ‘98/’99), waarna hij na zijn miljoenentransfer naar Anfield Road uitgroeide tot de grote Champions League held van Liverpool. En wie had verwacht toen Edwin Zoetebier in het Maasgebouw zijn contract ondertekende, hij zeven maanden later met de UEFA Cup in z’n handen zou staan? Of wat dacht je van Brad Jones. De Australiër kwam als noodverband binnen nadat Kenneth Vermeer (ook een prima keep) zijn achillespees scheurde, maar leidde de defensie alsof hij nooit anders had gedaan en was zo een belangrijke steunpilaar in die weergaloze kampioensformatie van Gio & Dirk.
Ik denk dat ik niet de enige ben die zich even achter z’n oren krabde bij het nieuws dat Nick Marsman de nieuwe tweede doelman van Feyenoord zou worden. De blunders bij FC Twente en FC Utrecht stonden me nogal helder voor de geest. Maar ook hij liet zich bedwelmen door de magie van het Feyenoord doel en ontpopte zich tot een van de beste Feyenoorders van afgelopen seizoen, met een transfer naar Inter Miami als terechte, zonovergoten beloning.
Maar het grootste talent dat ik ooit in het doel van Feyenoord heb zien staan, is Justin Bijlow. Een Feyenoorder in hart, nieren, bloedvaten en botten. Als F’je is hij helemaal opgeklommen naar de top van de Rotterdamse apenrots. Hij is sterk, snel en koel, kan goed meevoetballen, coacht de longen uit zijn lijf en beschikt over katachtige reflexen. Als hij nu nog even zorgt dat hij fit blijft, dan kan het niet anders of hij wordt binnen afzienbare tijd de nieuwe doelverdediger van Oranje. En dan heeft hij met zijn vriendin Dayenne Huipen ook nog eens de mooiste spelersvrouw thuis op de bank zitten, zo werd onlangs bekend bij de FHM500-verkiezing. Zij nam de titel over van Nathalie den Dekker, de vriendin van, jawel, Nick Marsman. Geen idee wat keeperstrainer Khalid Benlahsen met die gasten uithaalt, maar de magie van het Feyenoord doel werkt niet alleen op het veld, maar ook daarbuiten.
Chris Riemens is hoofdredacteur van FHM. In die hoedanigheid heeft hij elk jaar de nobele taak om de 500 Mooiste Vrouwen van Nederland te zoeken, maar voetbal, en Feyenoord in het bijzonder, is zijn andere grote passie. Meer van hem check je op Instagram. Mocht je de FHM500 met de vriendin van Justin Bijlow willen hebben, dan kun je die (alleen dit weekend nog) hier bestellen.
Plaats reactie
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties