Interview Babovic: 'Houd 31 januari in de gaten'

Interview Babovic: 'Houd 31 januari in de gaten'

De Serviër uit Montenegro, zoals hij zichzelf noemt, is na een tussenstop bij FC Nantes bij een droomclub beland. Stefan Babovic speelt op huurbasis bij Feyenoord, waar hij probeert een contract af te dwingen en waar hij zich weer in de kijker van de Servische nationale ploeg wil spelen zodat hij alsnog mee kan naar het WK in Zuid-Afrika.

Wie is Stefan Babovic?
“Ik ben een 22-jarige jongen die gek is van voetbal. Naast mijn familie is voetbal het belangrijkste in mijn leven. Ik ben serieus met mijn vak bezig en probeer me altijd te verbeteren. Ik geef me altijd voor de volle 100%, dat is de enige manier om iets te bereiken. Soms gaat het goed, soms minder goed, maar het is ook een kunst om af en toe in de spiegel te kijken wat er wel en niet goed gaat.”

Je bent geboren in Servië, in Berane/Ivangrad op 7 januari 1987. Wat voor stad is dat?
“Ivangrad is de oude naam, Berane is de nieuwe. Het ligt in Montenegro en het is een kleine stad, ongeveer 30.000 inwoners met slechts één hoofdstraat. Een echt grote stad ligt er niet direct in de buurt.”

Heb je de oorlog in voormalig Joegoslavië van dichtbij meegemaakt?
“Ja, twee keer. De eerste keer toen ik 4 jaar oud was, de tweede keer was ik 12. Ik herinner me vooral de grote paniek en de angst. Iedereen was bang, zelfs de meest heldhaftige buurtgenoten. Iedereen was bang om familie te verliezen. Het is een periode uit mijn leven om heel snel te vergeten. Eigenlijk was er nergens een plaats om je veilig te verbergen. Op een gegeven moment had niemand nog de kracht om zich te beschermen. Nu is het land gesplitst in Servië en Montenegro. Ik noem me tegenwoordig een Serviër uit Montenegro.”

Kon je ondanks de oorlog toch voetballen op straat als jong jongetje?
“Dat was eigenlijk helemaal niet mogelijk, maar we deden het elke dag. Als de sirenes begonnen te loeien en de bombardementen begonnen opnieuw, dan rende we weer naar binnen. Na het bombardement speelden we weer verder. Altijd toernooitjes. Ik wilde altijd Maradonna zijn, of Cruyff. Hoewel ik Cruyff nooit heb zien voetballen, was ik gek van hem omdat mijn vader helemaal gek van hem was.”

In 2004 ben je bij Partizan Belgrado gaan spelen. Was dat altijd al jouw favoriete club in Servië?
“Ja, dat was mijn club inderdaad. Ik speelde er al een aantal jaar, onder andere in de jeugdteams. Maar in 2004 tekende ik er mijn eerste profcontract.”

Daarna ben je naar OFK Beograd gegaan. Waarom?
“Het is inderdaad een kleinere club, maar zeker ook nog een grote club in Servië. Er was daar een trainer die jonge spelers de kans gaf. Bij Partizan verbeterde ik niet meer, mede door het speltype dat er gespeeld werd. Ik zat dus niet op één lijn met de trainer, we hadden niet dezelfde visie op voetbal. Het was me niet aanvallend genoeg, ik moest me opofferen voor de ploeg. We speelde bij Partizan eigenlijk maar met één spits en dat is niet mijn favoriete spel. Bij OFK kon ik weer vrijuit voetballen zoals ik dat wil. We hebben daar misschien ook wel veel wedstrijden verloren, maar we speelden wel altijd aanvallend. Het mooiste was, in mijn eerste seizoen daar werden we zelfs tweede, nog voor Partizan. Dat vond ik heel mooi.”

Vervolgens kwam je in 2008 terecht bij FC Nantes. Hoe is dat contact ontstaan en wat zag je in die club?
“Ik speelde al voor Jong Servië en scoorde daar veel. Later maakte ik ook mijn debuut in het A-team. Ik kon naar veel clubs. Napoli, Hertha BSC, AS Monaco waren allemaal geïnteresseerd. FC Nantes nam contact op en was het meest concreet. Die ploeg is toch al acht keer Frans kampioen geweest en staat bekend als een aanvallend team. Ik heb er veel geleerd.”

Je bent bij Nantes niet echt doorgebroken. Hoe kwam dat?
“Het was een levenservaring. Soms speelde ik goed, soms niet. Ik heb er te veel jonge spelers gezien met te weinig ambitie. Daar kan ik niet tegen. Dat was eigenlijk een drama. Dat was dus een goede levensles. Ik ben gekocht door de voorzitter van Nantes, die wilde me graag zien spelen, dus ik heb ook vrij veel gespeeld. Maar ik ben ook langere tijd geblesseerd geweest waardoor ik ook al vier keer niet meer voor het nationale team heb gespeeld.”

Hoe is het contact met Feyenoord ontstaan?
“We zaten met Servië in dezelfde groep als Polen waar Leo Beenhakker bondscoach was. Hij kende mij al. Mijn makelaar heeft contact met hem gezocht. Beenhakker heeft mij bij Nantes zien spelen en daarna heb ik een training meegedaan bij Feyenoord. Trainer Mario Been zag het wel in me zitten, geloof ik.”

Klopt het dat jouw vermogende vader je salaris betaald?
Pff, weer dat verhaal… Hou het er maar op dat mijn makelaar mijn salaris betaalt en mijn vader betaalt een stuk mee. Maar het maakt me helemaal niets uit. Ik speel met mijn hart, dat is wat telt en niet wie er mijn salaris betaalt.”

Je word nu gehuurd van Nantes, maar je hoopt bij Feyenoord een contract af te dwingen. Gaat dat lukken denk je?
“Ik hoop van wel. Ik doe mijn uiterste best en heb de overtuiging dat het me gaat lukken. Ik geloof in mezelf. En als het niet lukt bij Feyenoord, dan weet ik zeker dat andere clubs zich zullen melden. Maar ik wil dolgraag hier blijven. Ik denk dat de mensen dat wel kunnen zien.”

Je hebt aangegeven dat Feyenoord echt jouw soort club is. Waaruit blijkt dat?
“Toen ik bij FC Nantes speelde kon ik zo ongeveer horen wat men op de tribune zei. Wat was het daar stil. Toen ik hier kwam was ik meteen verkocht door de fanatieke fans van Feyenoord. Door de supporters is Feyenoord in mijn ogen de beste club van Nederland. Iedere ploeg die naar De Kuip komt staat bij voorbaat al met 1-0 achter. Natuurlijk kende ik Feyenoord al voor die tijd. Ik herinner me dat Feyenoord de UEFA Cup won nog goed. Het was een geweldige ploeg met Van Hooijdonk, Tomasson, Kalou en Emerton. Nu speel ik hier zelf en dat geeft een geweldig gevoel.”

Langzaam lijk je een basisplaats te veroveren. Voel je het vertrouwen van Mario Been?
“Ja, ik voel zijn vertrouwen al vanaf het moment dat ik hier kwam, hij gaf immers het groene licht. Gelukkig beschik ik zelf ook over genoeg zelfvertrouwen. De trainer weet wat ik kan en ik probeer hem te overtuigen van mijn kwaliteiten. En stiekem denk ik dat hij ziet dat we hetzelfde type speler zijn of waren. Ik denk dat Been zich wel een beetje herkent in mij.”

Je bent een aanvallende middenvelder. Hoe zou je zelf je kwaliteiten willen omschrijven?
“Ik ben een type voetballer dat iets creëert. Ik zie het als mijn job om creatief te zijn. Ik kan scoren vanaf de tweede lijn, ik kan goed lopen met de bal, ben redelijk technisch en heb een goede assist in huis. Dus eigenlijk van alles wat. En niet te vergeten, ik kan meters maken! Ik heb ook zwaktes hoor, zoals mijn rechterbeen en mijn ongeduld. Daar werk ik aan.”

Je bent ook opgevallen door je rode kaart tegen Ajax en je gele kaart tegen Groningen toen je je shirt uittrok. Heb je jezelf wel in de hand?
“Ik heb temperament. Ik was enorm nerveus in de wedstrijd tegen ‘zero-twenty’. Zij speelde geen faire wedstrijd, noem het ‘dirty’. Ze huilden als kleine baby’s op het veld. Ik weet zeker dat wanneer ze straks hier in De Kuip komen, ze staan te trillen op hun benen. En ja, dat shirt tegen FC Groningen, dat gebeurde gewoon. We startten die wedstrijd niet goed en Groningen kwam heel dicht bij ons. Toen ik scoorde voelde ik een ontlading en de ‘klik’ met het publiek. De fans zetten me in vuur en vlam en voor ik het wist had ik mijn shirt al uit. Gelukkig was de trainer niet echt boos. Hij veel gevoel voor humor en maakte er alleen maar grappen over.”

Het Legioen vindt het allemaal prachtig en heeft je in de armen gesloten. Hoe voelt dat?
“Ik ben gek op de supporters, ik zou niet zonder ze kunnen. Ik heb contact met de supporters echt nodig. Tegen Groningen was de wisselwerking heel sterk. Maar de Feyenoord-supporters zijn er altijd. Ze leven voor Feyenoord. Als ik scoor voel ik me verantwoordelijk om direct richting het publiek te gaan.”

Door je overstap naar Feyenoord ben je ook weer in beeld gekomen bij de bondscoach. Je hebt vier wedstrijden gespeeld. Zit het WK erin?
“Ik hoop het! Ik miste ook vier wedstrijden door die blessure, de jongens doen het goed. Ik maak een goede kans, ik weet dat de bondscoach me volgt. Ik wil er echt enorm graag bij zijn in Zuid-Afrika met tegenstanders als Ghana, Duitsland en Australië. Ik weet niet precies wanneer de selectie bekend gemaakt wordt, maar dat zal ergens in april zijn. Ik hoop echt dat ik bij Feyenoord kan laten zien dat ik erbij hoor. Ik wil daar spelen.”

Heb je tot slot nog een boodschap voor de supporters?
“Be as you are! En houd 31 januari in de gaten!”

Plaats reactie
666

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties