Gullit: ''Ik wilde een vinger, maar kreeg beide handen''

Ruud Gullit was gisteren als analist aanwezig bij de oefeninterland tussen Nederland en Frankrijk (2-3). Gevoelsmatig was hij echter niet aanwezig bij een voetbalwedstrijd. ''Het ging nu om een man die mij zoveel heeft gegeven in het voetbal én mijn leven'', aldus Gullit.

De voormalig topvoetballer heeft het uiteraard over Johan Cruijff. ''Het was de zomer van 1983, toen hij bij Feyenoord kwam. Ik wilde een vinger maar ik kreeg beide handen. Dat heeft mijn carrière zeker gevormd, omdat hij mij al voorbereidde op de dingen die mogelijk zouden kunnen gebeuren'', schrijft Gullit in een column in De Telegraaf.

De Zwarte Tulp omschrijft een gesprek op een trainingskamp in Indonesië. ''We raakten aan de praat en dat gesprek zou drie uur duren. Ik was nog jong, maar Johan wist dat ik een bijzondere carrière tegemoet ging. Alles wat hij die avond tegen me heeft gezegd, is uitgekomen. Daardoor wás ik ook voorbereid, vooral op het feit dat iedereen van alles van je zou willen. Om mijzelf te beschermen moest ik van hem leren om nee te zeggen. Johan had het tenslotte allemaal meegemaakt.''

Maar ook de voetballende kwaliteiten van Cruijff hebben Gullits carrière verrijkt in dat ene jaar bij Feyenoord. ''Hij was toen al 36 jaar en ik verbaasde me over het feit hoe goed hij was op die leeftijd. Ik heb een keer geprobeerd hem op te jagen op de training. Hij met de bal, ik er achteraan en bovenop, maar het lukte me niet om hem te pakken. Toen dacht ik bij mij zelf, hoe goed was deze man wel niet toen hij jong en topfit was?''