Terence Kongolo reed samen met Jean-Paul Boëtius naar het trainingskamp in Hoenderloo. De hele reis stelde de jonge aanvaller de even jonge verdediger gerust: het zou allemaal wel meevallen met de aandacht, tot het duo de poorten van Hotel Victoria bereikte en Kongolo zijn ogen uitkeek. ‘Niet normaal wat een drukte het was. Pas toen besefte ik echt wat me te wachten stond. Zoveel cameraploegen en journalisten zie je eigenlijk alleen maar bij het Nederlands elftal.’
De verbazing duurde maar kort, want eenmaal binnen zag hij bekende gezichten. ‘Ik heb eigenlijk met en tegen iedereen gespeeld. Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi en Daryl Janmaat zie ik elke dag bij Feyenoord en Memphis Depay, Tonny en JP ken ik al mijn hele leven. Dat stelde me wel op mijn gemak.’ Kongolo was de meest opvallende naam in de eerste voorlopige voorselectie. Samen met Luc Castaignos en Jürgen Locadia – die meteen met een blessure moest afhaken – maakte hij niet eerder deel uit van de selectie van het Nederlands elftal. Alles was nieuw, dus ook de bondscoach, maar Louis van Gaal ontzag de nieuwkomer niet. De trainer was even lovend als kritisch op het spel van Kongolo. Dat was wennen. Kongolo: ‘Dit is een coach met een heel directe benadering, maar het was toch wel geweldig om onder hem te trainen. Ik ben er ook niet van in de war geraakt, ik wilde gewoon laten zien wat ik kan en hoop dat de trainer dat goed genoeg vindt. Dat hij me nodig heeft.’
Voor Kongolo is het lange wachten beloond. Een voor een zag hij zijn generatiegenoten doorbreken, terwijl hij zelf in Jong Feyenoord speelde of op de bank zat. Pas afgelopen winter keerden zijn kansen. ‘Ik kon naar FC Utrecht en was van plan daar ook echt te gaan spelen. Ik had nog een gesprek met trainer Ronald Koeman. Hij zei me dat ik bij Feyenoord ook de kans zou krijgen, omdat Joris Mathijsen geblesseerd was geraakt. Ik besloot spontaan te blijven, want ik wilde maar één ding: slagen in De Kuip. Achteraf gezien was het een goede beslissing. Ik ben daarna nooit meer uit het elftal verdwenen. Dat je vervolgens wordt geselecteerd voor de voorselectie van Oranje, was ook voor mij een grote verrassing. Iedereen sprak over de rookie, over de onbekende jongen die een kans zou gaan krijgen, maar ik wist niet eens wat een rookie was. Het enige dat ik wilde, was een kans. Die heb ik gegrepen. Dat ik nu met de jongens van vroeger speel, is mooi meegenomen. Ik ben eindelijk waar zij al waren.’
Plaats reactie
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties