Boskamp: 'Ik scout onbetaald voor Feyenoord, als hobby'

Boskamp: 'Ik scout onbetaald voor Feyenoord, als hobby'

In Voetbal International van deze week staat een prachtig interview met Rotterdammer en Feyenoorder Jan Boskamp. De vriendelijke reus, die van zichzelf zegt dat hij het karakter van een tuinkabouter heeft, verteld zijn ruige levensverhaal wat getekend is door de dood van zijn Jenny.

Hieronder wat passages uit het interview met Boskamp.

Feyenoord, eten en gezondheid

Eten is zijn hobby, zijn grootste liefde is Feyenoord. Zijn hele leven is gekleurd door dat ene woord en zijn vader was suppoost in De Kuip. Op zijn vierde jaar mocht hij mee naar De Kuip. Tegenwoordig moet hij minimaal drie of vier keer naar De Kuip. ‘vraag me niet waarom, het moet gewoon.’

Het is nog maar kort geleden dat Boskamp de thuiswedstrijd tegen PSV bezocht. ‘Met twee van zijn zoons lekker tussen de mensen staan te springen. Ik vind het geweldig hoe die gasten daarin opgaan, daar geniet ik van. Nee joh, ik kom nooit op de eretribune. Gek.’

Feyenoord zou graag willen dat hij voor de club werkte, maar daar heeft hij door gezondheidsredenen geen zin meer in. ‘Ik ben een paar keer geopereerd en ik kan niet zeggen dat ik lekker uit de strijd ben gekomen. Ik was blind aan één oog. Nadat dit verholpen was, bleek mijn bloeddruk veel te hoog. Ik schrok me kapot, ik was voor 75% dichtgeslibd. Ze zijn toen via mijn arm naar mijn tikker gegaan.De dokter zei: ‘wat heb jij een geluk gehad, man.’ Ik zat heel dicht bij die warme bakker.’

Dat is nu tweeënhalf jaar geleden. Momenteel gaat het goed, maar moet van de dokter wat aan mijn gewicht gaan doen. 'Dat is het probleem, hé? Het eten. Ik kan er niet vanaf blijven. Joh, ik heb het karakter van een tuinkabouter. Ik weeg rond de 120 kilo en moet van de dokter gaan zwemmen, maar ik beweeg alleen mijn pols. Om te zappen.’

'Ik scout onbetaald voor Feyenoord, als hobby. Ze zeggen allemaal dat ik gek ben. Maar dat hoort toch niet, hé. Het is mijn club. Moet ik dan geld gaan vragen voor het plegen van een telefoontje? Ik ben gewoon één van die vijftigduizend.'

'Ik voetbalde als kind bij HOV uit Crooswijk. Ome Fred Blankemeijer heeft me naar Varkenoord gehaald. Op mijn zeventiende ben ik naar de overkant gegaan. Samen met mijn maat Wimpie Jansen aten we dan eerst gebakken mosselen op het Noordplein en dan naar Feyenoord om te trainen. Ik was door Feyenoord uitgeleend aan Holland Sport en Ernst Happel haalde me terug. Happel was fantastisch. Hij zei niet veel. Maar hij gaf je altijd het gevoel dat je erbij hoorde. Een van de eerste wedstrijden die ik onder Happel speelde, was om de wereldbeker tegen Estudiantes. In het Stadion van Boca Juniors. Die Argentijnen hadden van die blaaspijpen waar ze munten in deden. Voordat ik het wist zat mijn kop vol bloed. Voorzitter Guus Kouwenbergh riep: ‘we spelen niet!’ Happel zegt: hoezo? Die kop van Boskamp is niet te missen.’ De spanning was gelijk weg en we gingen voetballen.'

'Ik ben door mot met Wiel Coerver weggegaan bij Feyenoord. Hij zei tegen Dickie Sneijder, ‘die Boskamp is niet goed bezig’, ik dacht dat ik gek werd. Wimpie hield me tegen. Ik kreeg een waas voor mijn ogen. Die waas is me kort geleden nog eens gebeurd.'

'In het verkeer noemde iemand mij fils de putte. Wat betekent een hoerenzoon hier in Brussel. Ik hield hem staande. Ik zeg: Daaro, uitstappen. Dat deed hij ook en ik dacht Jezus christus stommerik. Hij was twee koppen groter dan ik. Die gozer begint te douwen en noemt me een flamingant. Ik zeg: nou moet je stoppen want ik sla je kop eraf. Maar hij ging door. Daarna moest hij naar het ziekenhuis. Ik zag niets of niemand meer, sloeg op tilt. Ik had twee vingers in zijn neus zitten en wilde net nog een keer uithalen toen een vrouw me riep. Ik stopte er gelijk mee. Toen ik bij zinnen was stonden er zes combi’s van politie. Tegen hen zei ik ook: kom niet in mijn buurt, want ik heb er genoeg van. Later denk je stomme lul, wat doe je nou. Maar zo ben ik opgevoed. In volkswijken moet je je staande houden.’

Jenny

‘Jenny was mijn jeugdvriendin. Zij deed aan handbal en daar heb ik haar leren kennen. Alles vond ik leuk aan haar. Vooral haar openheid en het zeggen waar op het stond. Al was het Onze-Lieve-Heer, ze zei wat ze dacht en dat vind ik het leukste aan de mensen. Het was niet meteen raak tussen ons, ze heeft me eerst nog een keer uit wandelen gestuurd. ‘Rot maar op,’ zei ze. Ik zat tijdens het eten met een vork te spelen en die brak per ongeluk. Noemde ze me een asociaal ventje. Na twee, drie maande was het weer goed tussen ons.

'In mijn tijd bij en tijdens een wedstrijd bij Racing Genk kreeg ik een telefoontje dat Jen moest worden opgenomen. Jenny was ontzettend ziek. We wisten het al een jaar of twaalf en hebben het altijd voor ons zelf gehouden. We wilden de kinderen er niet mee belasten. Ze had kanker. Eerst de borst, toen botkanker, daarna de lever en toen was het over. Dan word je gek. Ze was pas drieënvijftig. Ik wilde daarna niets meer met voetbal te maken hebben. Ondermeer in Dubai, was ik helemaal afwezig. Ik sliep veel om de dagen snel voorbij te laten gaan. Ik wou niemand lastig vallen met mijn verdriet.’ Terug in België zat hij maanden aan een stuk binnen.'

‘Achter mijn huis ligt een speeltuin, waar vaak kinderen voetballen. Dus kwamen die ballen wel eens in mijn tuin. Als die kinderen belden kon ik steeds die ballen uit de tuin gaan halen. Bel maar niet vertelde ik hen, ga die bal zelf maar pakken. Maar ze bleven bellen, dat duurde zo een jaar. Op een dag kwam een van die moeders aan de deur. Lydia. Ze zei: ‘kom een keertje koffie drinken.’ Ik denk niet dat ze me aantrekkelijk vond, maar het is zo gebeurd. Nu zijn we al vijf jaar bij elkaar. Als ik het voetbal en Lydia niet had gehad was ik verloren gelopen. Dan had ik het niet geweten.’

Het leven lacht weer toe.

‘Ik dol weer. En zij dollen mij. Ik vind het heerlijk op televisie Voetbal International te doen. Ik vind het gewoon leuk om te dollen en gedold te worden. Dat vind ik ook zo heerlijk aan Feyenoord. Daar hoef ik nooit na te denken wat ik wel of niet mag zeggen.’

Het gehele interview met Jan Boskamp staat te lezen in de VI van deze week.

Plaats reactie
666

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties