Stefan de Vrij: Debutant met een bijbel en rijbewijs

Stefan de Vrij: Debutant met een bijbel en rijbewijs

Stefan de Vrij maakt vanavond zijn debuut in de wereld van Europees voetbal. Tijd om de 18-jarige rechtsback van Feyenoord een paar stellingen voor te leggen.

1. Een week geleden was ik bloednerveus.
“Nee, precies een week terug was ik op dit tijdstip juist erg opgelucht. Ik legde voor de tweede keer mijn rij-examen af en dit keer slaagde ik wel. De eerste keer moest ik op de snelweg van baan verwisselen en tijdens het kijken zat ik al half in de andere baan. Nu ging alles gelukkig goed. Ik was van tevoren wel een beetje zenuwachtig, maar op zich viel het nog mee. Het was een heel andere spanning dan wedstrijdspanning. Daar heb ik meestal ook niet zo’n last van, trouwens. Als we op het punt staan een duel te gaan spelen, denk ik altijd: ach het is maar een voetbalwedstrijd. Dat is de beste manier om het te benaderen, denk ik. Voordat ik mijn rijbewijs had, reed ik meestal met Roy Makaay of Giovanni van Bronckhorst mee, maar dat kon dit seizoen niet meer. Vorige week vrijdag heb ik gelijk mijn rijbewijs opgehaald en ’s middags stond er al een auto van de club voor me klaar. Dus nu rijd ik elke dag zelf naar De Kuip. Dat gaat prima, ik heb nog geen gekke dingen meegemaakt op de weg. Maar ik doe het nu nog rustig aan, hè.”

2. Ik baal ervan dat we AA Gent hebben geloot en mijn eerste Europese wedstrijd niet gepaard gaat met een mooie reis.
“Ik ben juist blij dat we niet naar een of ander ver oord hoeven te reizen. Vanuit Rotterdam zit je in ongeveer anderhalf uur in Gent. Het is weliswaar de eerste keer dat ik een Europa Leagueduel ga spelen, maar ik heb niet echt een ander gevoel dan bij competitiewedstrijden. Al vind ik het wel lekkerder om ’s avonds te spelen. Op de een of andere manier is er dan meer sfeer. Dat is niet uit te leggen, dat moet je meemaken. Sportief gezien vind ik Gent ook een goede loting. Als we met de juiste instelling het veld ingaan, moeten we ze kunnen verslaan.”

3. Vanwege mijn geloof speel ik liever op zaterdagavond dan op zondagmiddag.
“Nee. Het is voor mij nooit een probleem geweest om op zondag te voetballen. Ik speel hier al negen jaar en in de jeugd moesten we ook regelmatig op zondag spelen. Ik heb daarvoor nooit toestemming aan mijn ouders moeten vragen ofzo. Mijn vader mocht vroeger niet op zondag spelen en heeft daardoor nooit te stap kunnen maken, die ik wel heb gemaakt. Vroeger ging ik naar de kerk, maar dat is nu bijna niet meer mogelijk. Ik bid nog wel elke dag, ook op de club. Ik vraag dan of God bij mij wil zijn. Bidden voor een goed resultaat? Nee, zoiets vraag je niet. Als we in een hotel zitten en we gaan met z’n allen eten, dan is er altijd een moment van stilte. Leroy Fer en ik zijn volgens mij de enigen die dan bidden. Nee, we hebben het samen nog nooit over het geloof gehad. Misschien is het wel goed om dat een keer te doen.”

4. Ik ben blij dat ik voor de rest van het seizoen op een basisplaats kan rekenen.
“Je doelt natuurlijk op de zware blessure van Dani Fernandez. Het is heel sneu voor hem, zoiets gun je niemand. Daar balen we met z’n allen heel erg van. En het ziet er inderdaad naar uit dat ik nu de enige rechtsback ben, al kan Kelvin Leerdam ook op die positie uit de voeten. Toch ben ik niet verzekerd van mijn basisplaats. Bij Feyenoord moet je elke training laten zien dat je in het eerste thuishoort.”

5. De positie van rechtsachter komt soms mijn neus uit.
“Ik speel liever centraal, dat weet iedereen. Maar in de jeugd heb ik ook twee of drie seizoenen elke wedstrijd rechtsback gestaan. Het is een leuke positie, vooral als ik veel mee naar voren kan gaan om uiteindelijk een voorzet te geven. Tegen Excelsior was dat heel moeilijk, omdat het veld een stuk kleiner was en Excelsior heel ver achteruit liep waardoor er geen ruimte was om op te komen. En áls ik dan mee naar voren ging, werden we weggecounterd. Soms moet ik verstandiger in mijn keuzes zijn, dat is af en toe nog best lastig.”

6. Ik ben jaloers op het lichaam van Ron Vlaar.
“Haha. Nou, jaloers is een groot woord, maar ik wil wel graag sterker worden. Ron is zeven jaar ouder, hè. Dan is het logisch dat hij groter en sterker is. Bovendien heeft hij vooral tijdens zijn revalidatieperiode van bijna twee jaar veel aan krachttraining kunnen doen. Ik ben er ook al druk mee bezig, hoor. Meestal twee of drie keer per week. Maar in een week als deze, waarin we ook doordeweeks spelen, is het wat minder. Anders krijg ik tijdens de trainingen last van het werk dat ik in het krachthonk verricht. Laatst hadden we een sprinttest en daaruit bleek dat ik dankzij het trainen van mijn benen een stuk sneller ben geworden.”

7. Als ik geen voetballer was…
“Dan had ik nu in ieder geval mijn vwo-diploma. In mei waren de examens en in juni hoorde ik dat ik geslaagd was. Ik heb er eigenlijk nooit over nagedacht wat voor baan ik later zou willen hebben. Het ging zo lekker met voetballen dat ik ervan uitging dat ik het wel zou redden. Toch ben ik blij dat ik mijn diploma heb gehaald. Altijd handig om achter de hand te hebben als je bijvoorbeeld nooit meer kunt voetballen door een blessure of nergens meer aan de bak komt.”

8. Het is voor mij als slimme jongen soms irritant om in de ‘domme’ voetbalwereld rond te lopen.
“Onzin, het is juist handig. In het veld zie je dat ik vaak slimme keuzes maak. Je bedoelt intellectuele gesprekken voeren met teamgenoten? Die kan ik ook met familie of vrienden voeren. Binnen het elftal heb ik trouwens ook genoeg vrienden, dat heeft niets met slimheid te maken. Ik houd best van een beetje voetbalhumor enzo. In het spelershome had iemand net een pornozender opgezet en daar kan ik ook wel om lachen.”

Lees meer over
Stefan de Vrij
Plaats reactie
666

Laad meer reacties

Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.

Bekijk alle reacties