Marsman over Slot: "Iedereen was alleen maar aan het rennen en afjagen"

Nog maar twee jaar geleden was Nick Marsman een van de revelaties in het Feyenoord van Dick Advocaat. De doelman blonk uit als vervanger van de geblesseerde Justin Bijlow, zoals dat nu ook voor Timon Wellenreuther geldt. In een interview met Voetbalzone blikt de keeper van Inter Miami uitgebreid terug op zijn tijd bij Feyenoord.

Marsman vertelde onder meer dat hij het aanvankelijk niet zag zitten om als derde keeper - achter Justin Bijlow en Kenneth Vermeer - naar Feyenoord te komen. Het was echter een gesprek met keeperstrainer Khalid Benlahsen dat hem toch overtuigde. "Uiteindelijk gaat het om het gevoel. Dat je voldoening krijgt in wat je doet en dat ze je op waarde schatten. Feyenoord gaf mij een heel fijn gevoel."

Toen Bijlow geblesseerd raakte en Vermeer op dat moment vertrokken was, kreeg Marsman de kans om zich te bewijzen. Dat lukte niet direct. Sterker nog, een onhandige overtreding op FC Emmen-aanvaller Michael de Leeuw leverde hem de bijnaam 'Gele Kanarie' op. "Ik moet eerlijk zeggen dat me dat vroeger waarschijnlijk meer had geraakt. Maar natuurlijk is het niet leuk. Je moet gewoon geluk hebben dat je wat meer wedstrijden krijgt waardoor je je kan laten zien. Dat geluk had ik."

Woede-uitbarsting
Die kans greep Marsman met beide handen aan. Hij groeide uit tot een waardige vervanger van Bijlow. Tegelijkertijd zal echter ook zijn woede-uitbarsting in de documentaire 'Dat Ene Woord - Feyenoord' na de Europese uitschakeling tegen Wolfsberger AC aan hem blijven kleven. "Daar heb ik wel veel reacties op gehad, ja", vertelde Marsman, die er achteraf om kan lachen. "Ik moet zeggen dat ik toen niet eens in de gaten had dat de camera er was."

"Het was een beetje de frustratie van het hele seizoen dat eruit kwam. Ik vond dat we een ontzettend goed team hadden, maar het kwam er gewoon niet uit. We bleven dezelfde fouten maken. Dan komt er altijd een beetje frustratie los. Het werd eigenlijk ook niet echt beter. Die frustratie zat er al wat langer, hoor. Op zo'n moment baal je gewoon. Wolfsberger-uit verliezen... Dat is niet Feyenoord-waardig."

Vertrek bij Feyenoord
Marsman vertrok bij Feyenoord toen trainer Arne Slot het roer overnam. "Hij heeft geprobeerd mij te overtuigen om bij Feyenoord te blijven. Voor mij was de waardering die ze me gaven alleen niet zoals ik had gehoopt. Waar dat uit bleek? Hoe ze het gesprek met me aangingen en de aanbieding die ze deden. Het ging mij niet zozeer om het geld, maar meer om de manier waarop ze mij zagen. Benlahsen heeft nog geprobeerd om een plan uit te stippelen. Maar er zat geen plan achter de aanbieding die ik kreeg. Daar was ik wel teleurgesteld over."

Zijn band met Feyenoord werd er niet door beïnvloed. "Feyenoord is echt een fantastische club. Ik had het er ontzettend naar mijn zin, zowel sportief als privé. Ik wist inmiddels hoe prachtig het is om in een volle Kuip te spelen en ook de supporters zijn echt geweldig. Ik had een goede relatie met veel mensen binnen de club en het team, maar ik wist ook dat situaties kunnen veranderen. De kans dat ik wekelijks zou spelen was niet groot en de spelers met wie je goed kan opschieten komen en gaan. Ik had mijn kans gepakt om mezelf te laten zien. Dan moet je soms een beetje egoïstisch zijn en aan je carrière denken."

Arne Slot
Wel maakte Marsman kort kennis met Slot als trainer toen hij in afwachting van zijn overstap naar Inter Miami zijn conditie op peil hield bij Feyenoord. "Toen zag je meteen dat hij met hele andere dingen bezig is. De jonge jongens waren ook gegroeid nadat ze weer een jaar op het hoogste niveau hadden gespeeld. Dat heeft Slot zeker geholpen om zijn weg in te slaan. Nu bewijst hij voor het tweede jaar op rij dat hij een goede manier van spelen en een goed idee heeft."

Hoe hij dat zelf van dichtbij beleefde? "Wat me nog goed bijstaat, is dat Slot in zijn eerste week bij Feyenoord gelijk hamerde op het enige dat hij wilde zien: drukzetten op de bal. Hij gaf aan dat iedereen elkaar moest vertrouwen en dat er alleen maar druk op de bal moest worden gezet. We konden de bal toen bij wijze van spreken nog geen drie keer in de ploeg houden, omdat iedereen alleen maar aan het rennen en elkaar aan het afjagen was."

Lees ook

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen