Martin van Geel is momenteel werkzaam als technisch manager bij de Eredivisie CV, maar was in het verleden bij verschillende clubs actief als technisch directeur. Als speler kwam hij tijdens zijn carrière voornamelijk uit voor Willem II, maar Van Geel speelde ook zo'n vijftig wedstrijden voor Feyenoord. In De Maaskantine vertelt de oud-Feyenoorder over zijn rol als technisch directeur en blikt hij terug op het aanstellen van trainers.
"Het allerbelangrijkste is om de juiste hoofdtrainer aan te stellen, want dat is de belangrijkste persoon binnen een voetbalclub. Hij moet het resultaat eruit halen en dat is de grootste uitdaging", vertelt Van Geel in gesprek met Robert Maaskant. "Ik ben altijd van mening geweest dat je een ervaren coach moet aanstellen, want laat ze die fouten eerst maar ergens anders maken. Ik had altijd een lijstje van twaalf punten."
De voormalig technisch directeur vond het belangrijk dat een trainer Nederlandstalig was en de Eredivisie goed kende. "Ik ben één keer afgestapt van mijn lijstje en dat was toen Fred Rutten vertrok bij Feyenoord. Ik zag niemand die het kon doen, maar ben in gesprek gegaan met Van Gastel en Van Bronckhorst. Gio heb ik toen zonder ervaring doorgeschoven naar hoofdtrainer, wat ik normaal nooit gedaan zou hebben."
"Het eerste jaar hingen we aan een zijden draadje doordat we veel wedstrijden op rij verloren. De druk werd dusdanig groot dat we een truc uit de hoge hoed haalden met Dick Advocaat als adviseur. We wisten niet precies wat hij moest doen, maar hij gaf wel goede tips aan Giovanni", blikt Van Geel terug. "We hadden het geluk dat we vanaf dat moment gingen winnen. We werden derde en wonnen de beker. Het jaar daarna werden we kampioen."
Van Geel ziet hoe Feyenoord in een vergelijkbare situatie direct probeert in te spelen door René Hake aan te stellen als assistent. "Daarmee willen ze de staf complementair maken en ik denk dat ze vooral heel rustig en relaxed moeten blijven. Dan kom je het makkelijkste uit zo'n periode. Je moet niet in paniek raken en geen gekke dingen doen. Robin heeft terecht heel veel krediet als icoon van Feyenoord. Hij heeft heel veel talent en wil ook echt iets van zijn carrière maken. Ik vind het heel interessant om dat te volgen."
Het enige wat aan de oud-Feyenoorder knaagt, is dat hij nooit een interland heeft gespeeld. "Toen ik in '88 aanvoerder was van Feyenoord en ook topscorer was, dacht ik dat het best zou kunnen. Het was wel een heel sterk Nederlands elftal en ze werden niet voor niets Europees kampioen, maar dat had ik wel leuk gevonden. Een mooiste moment kan ik bijna niet opnoemen. Het allermooiste was misschien wel als technisch directeur, wetende waar we vandaan kwamen met Feyenoord, om na achttien jaar kampioen te worden."
Van Geel voelt zich zeer bevoorrecht dat hij zoveel heeft meegemaakt in zijn carrière, waaronder dus het kampioenschap met Feyenoord. "Dat was wel heel mooi met al die mensen, want we hadden een geweldig team met Eric Gudde, Mark Koevermans, Joris van Benthem en noem het allemaal maar op. Jaren eerder was Feyenoord financieel bijna failliet en langzaam is die club opgeklommen naar een financieel sterke organisatie met accommodaties waar ze twintig jaar mee verder kunnen. Dat was er allemaal niet."
Lees het artikel op de mobiele website