De Statistieken: Toornstra en Fer vallen door de mand

In de rubriek De Statistieken duikt FR12.nl in de meest opvallende statistieken van de afgelopen wedstrijd. Wie gaf de meeste passes? En wie schoot het vaakst op doel? Vandaag kijken we naar de statistieken van Feyenoord tegen ADO Den Haag, met daarin onder meer de tegenvallende Jens Toornstra en Leroy Fer en lichtpuntjes Robert Bozeník, Orkun Kökcü en Eric Botteghin.

Feyenoord kon zondagmiddag maar geen vuist maken tegen hekkensluiter ADO Den Haag, dat tot gisteren nog geen enkele thuiswedstrijd in de Eredivisie wist te winnen. De Rotterdammers kwamen tot 14 pogingen, waarvan 4 op doel. Het kwam de ploeg op 1,44 xG (expected goals, verwacht aantal doelpunten op basis van de kwaliteit van de kansen) te staan, berekend door Fotmob. Voor ADO was dit 1,61, al was dit zonder de penalty slechts 0,82.

Dat de blamage de Feyenoorders op slechte beoordelingen kwam te staan, is geen verrassing. Jens Toornstra kwam er met een 5.0 het slechtst vanaf, onder meer door zijn rode kaart. De middenvelder behaalde een passnauwkeurigheid van 83%, maar was in aanvallend opzicht met 0 schoten en 0 belangrijke passes nergens te bekennen. Daarnaast won hij geen van zijn 7 duels en slaagde geen van zijn 3 ingezette dribbels.

Ook Leroy Fer (5.5) kende geen sterk optreden in Den Haag. De gelegenheidsaanvoerder was in zijn passes wel de nauwkeurigste Feyenoorder: 51 van zijn 53 passes (96%) kwam aan. Een van de passes die niet aankwam, leidde echter de eerste tegentreffer in. Fer verloor 5 van de 9 duels over de grond en alle 2 zijn luchtduels. De middenvelder slaagde er geen enkele keer in de bal te onderscheppen.

Positiever waren de cijfers van Eric Botteghin, Orkun Kökcü en Robert Bozeník. Laatstgenoemde kwam niet veel in het spel voor, maar had met zijn doelpunt en 1 pass die tot een gevaarlijke kans leidde toch een degelijke aanvallende bijdrage. Het leverde hem een 7.0 op, even hoog als Kökcü. De middenvelder stond slechts één helft op het veld, maar was daarin met zijn assist, een passnauwkeurigheid van 86% en 3 doelpogingen (1 op doel, 2 geblokt) de meest dreigende Feyenoorder. Botteghin (7.3) was vooral in de lucht sterk, waar hij 6 van zijn 7 duels won. Over de grond waren dit er 7 van de 12.