Verdedigers in Nederland staan regelmatig ter discussie omdat ze bijzonder veel steekjes laten vallen in vergelijking met competities in het buitenland. Tyrell Malacia en Lutsharel Geertruida spelen al weken uitstekend voor Feyenoord, maar juist Geertruida zakte in de bekerwedstrijd tegen sc Heerenveen door de ondergrens. Analist Wim Kieft zag het defensieve geklungel van de Nederlandse verdedigers de afgelopen week aan en benoemde zijn zwakste schakel: "Lutsharel Geertruida, de rechtsachter van Feyenoord, spande de kroon tegen Heerenveen."
"Aan de eerste drie tegengoals is hij medeschuldig, omdat hij niet om zich heen kijkt en geen duels aangaat. De eerste Friese goal valt vanuit een Friese counter waarbij Geertruida op de bal let en niet ziet dat Rami Kaib in zijn rug zo vrij naar het doel van Feyenoord loopt. Daar kan hij de voorzet vrij inschieten", zo vertelt Kieft in zijn column in De Telegraaf. "Bij die andere twee tegendoelpunten verliest Geertruida kopduels van Henk Veerman en Siem de Jong. Als verdediger hoef je niet per se een kopduel te winnen, maar je mag het je tegenstander wel zo moeilijk mogelijk maken. Hij liet Veerman gewoon vrij koppen."
"Als tegenargument hoor je vaak dat ze aanvallend een meerwaarde zijn of in het geval van Geertruida dat hij al zes doelpunten heeft gescoord. Voor mij begint het voor een verdediger bij verdedigen en de rest is meegenomen. Leuk als je aanvallend wat kan of dat je een goede vrije trap of corner kan nemen zoals Philipp Max bij PSV. Maar als je hem (Max - red.) verdedigend ziet schutteren, schiet het z’n doel voorbij."
Plaats reactie
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties