''Zeker bij de topclubs is de druk voor jonge spitsen groot''

Naoufal Bannis was dit seizoen erg belangrijk tegen FC Emmen door in extremis de beslissende 2-3 binnen te koppen. Veel meer kon de jonge spits echter niet laten zien, want ondanks het gebrek aan scorend vermogen bij Feyenoord kon hij niet op veel speeltijd rekenen. Een verhuur lijkt de oplossing, wat overigens ook geldt voor Dylan Vente.

De situatie van Bannis is voor De Volkskrant het perfecte voorbeeld als het gaat om jonge Nederlandse spitsen die niet doorbreken in de Eredivisie. Er wordt gewezen op het feit dat er maar weinig clubs met een Nederlander in de punt spelen en dat de beste spitsen van de Eredivisie buitenlanders zijn. Bij Feyenoord moet Bannis de Deense Nicolai Jørgensen, de Argentijnse Lucas Pratto en de Slowaakse Robert Bozeník voor zich dulden.

"Zeker bij de topclubs is de druk groot", geeft Roy Makaay in de krant als mogelijk verklaring hiervoor. "Bannis heeft het simpelweg nog niet laten zien tijdens zijn invalbeurten. Bij een topclub moet je er eigenlijk 20 à 25 maken, of je nou achttien bent of niet." Er wordt gewezen op tegenstander AZ, dat met Myron Boadu en de inmiddels vertrokken Ferdy Druijf wel spitsen heeft die vanuit de jeugd doorstromen en op minuten kunnen rekenen. Het grote verschil is al vaak benoemd: de jongelingen van AZ kunnen in de Keuken Kampioen Divisie al op jonge leeftijd op een hoger niveau spelen.

Ook de druk is een factor die het juist voor spitsen extra lastig maakt om door te breken, weet Makaay. "Toen ik een tijdje niet scoorde voor Bayern, hield BILD bij hoeveel minuten ik al droog stond. Dat zie je bij een middenvelder niet snel gebeuren. Daar moet je tegen kunnen, zeker bij een topclub is spits echt een ervaringsvak." Tot slot stelt de voormalig topspits dat Bannis vooral geduldig moet zijn. "Hij moet geduld hebben. De Nederlandse competitie blijft het beste platform voor die gasten."