Jean-Paul Boëtius kreeg kansen: ''Zoveel pech, ongelooflijk''

Van alle Feyenoorders kwam Jean-Paul Boëtius zondag in de uitwedstrijd tegen Ajax het dichtst bij een doelpunt. Eigenlijk mocht het zelfs een klein wonder heten dat de vleugelaanvaller in de Amsterdam Arena niet tot scoren kwam, aangezien hij Ajax-doelman Jasper Cillessen tweemaal het nakijken gaf. Even zoveel keren zag hij zijn poging echter van de lijn gehaald worden; in de eerste helft door Arek Milik, na rust door nota bene ploeggenoot Colin Kazim-Richards. Mede daardoor kon Boëtius nauwelijks leven met de uiteindelijke uitslag (0-0). ‘Dit gelijkspel voelt als een nederlaag’, verzuchtte hij na afloop.

Tijdens zijn nabeschouwing op de Klassieker kon Boëtius zich beide momenten nog goed voor de geest halen. ‘Dat Milik die bal tegen zijn hoofd kreeg, was voor hem meer geluk dan wijsheid. Zoveel pech, ongelooflijk. In de tweede helft kopte ik de bal richting de lange hoek, precies waar Colin op dat moment stond. Nee, dat neem ik hem niet kwalijk. Het heeft geen enkele zin om de schuld bij één of meerdere medespelers te leggen.’

Boëtius leek diep in de tweede helft opnieuw op weg naar een prima mogelijkheid, totdat hij tijdens een sprintduel met Ricardo van Rhijn naar de grond ging. ‘Dat was een overtreding’, zei de aanvaller stellig. ‘Dat gaf Ricardo later ook toe tegen mij. Heel zuur, maar daar schieten we nu niks meer mee op. Het is heel frustrerend dat we ondanks ons grote overwicht niet hebben gescoord.’

Dat de trekker niet werd overgehaald, was het enige dat Feyenoord zich in Amsterdam kon verwijten, vond ook Boëtius. ‘De opdracht was om hier met lef en durf te spelen, daarin zijn we zeker geslaagd. We voelden ons sterk en zelfverzekerd, dat was ook terug te zien in ons spel. Ik geloof dat alle statistieken in ons voordeel spreken, behalve dan de uitslag. Hoe zuur dat ook is, we moeten uit ons optreden van vandaag toch vertrouwen putten voor de komende weken.’