Van Geel behaalt belangrijke doelstellingen

In de eerste transferzomer als technisch directeur van Feyenoord zag Martin van Geel twee spelers vertrekken naar de concurrenten. Georginio Wijnaldum en Leroy Fer verkasten naar PSV en FC Twente. Dat mocht niet lang meer gebeuren, stelde Van Geel toen al.

"Als dat over twee jaar nog het geval is, dan hebben wij gefaald", benadrukte de td in september 2011 in gesprek met Voetbal International. "Omgekeerd moeten wij ons richten op voetballers die de herkenbaarheid vergroten. Dat zijn op de eerste plaats spelers die zijn opgeleid op Varkenoord."

Drie jaar na dato is Van Geel met vlag en wimpel geslaagd voor zijn missie. Binnenlandse transfers zijn niet meer aantrekkelijk voor de sterkhouders van Feyenoord. Voor sommigen lijken topclubs in het buitenland zelfs weggelegd. Bruno Martins Indi versterkt FC Porto en geluiden over een transfer van Stefan de Vrij naar Manchester United worden steeds sterker.

Met Tonny Vilhena, Terence Kongolo en Jean-Paul Boëtius beschikt de club al over een nieuwe lichting die over vier jaar wellicht kan schitteren op hetzelfde podium als hun teamgenoten. Sven van Beek kan zomaar dezelfde weg bewandelen als De Vrij. Wellicht niet het meest uit het oog springende talent, maar speelminuten in Feyenoord één doen wonderen.

Daarnaast bouwt de club door miljoenendeals van zijn internationals sinds jaren weer een positief eigen vermogen op. Een nieuwe fase lijkt aan te breken. Elk dubbeltje hoeft niet meer direct naar schuldeisers te gaan, maar er kan daadwerkelijk beslist worden waar men in wil investeren. Een deel vloeit contractueel naar de VvF om de aandelen af te lossen, maar het restant lijkt vrij besteedbaar. Al is geld opzijleggen voor een nieuwe trainingsaccommodatie voor het eerste elftal en de jeugd misschien wel het verstandigste. Want hoe goed moet de jeugd wel niet worden met hedendaagse moderne faciliteiten?