Van Marwijk: ''Conditioneel kan dat, alleen vraag ik me af of het mentaal ook kan''

Naast Jan Boskamp vraagt ook Bert van Marwijk zich af of het niet verstandig is om bepaalde fases in de wedstrijd gas terug te nemen. Feyenoord probeert de volledige wedstrijd druk te zetten en de tegenstander de wil op te leggen. De spelers moeten op en top geconcentreerd spelen en geen moment verslappen, doen ze dat wel dan levert dat bijna altijd een tegengoal op.

''Dat druk zetten en afjagen kun je niet altijd negentig minuten volhouden'', schrijft Van Marwijk in zijn column in De Telegraaf. ''Feyenoord speelde tegen NEC misschien wel zijn beste eerste helft in tijden. De spelers deden het zo goed dat NEC naar adem snakte. Toen het daarna een paar keer even niet liep, zag je dat het team gas terugnam. Dat is een raar fenomeen en zit in het karakter van mensen. Het is moeilijk om de speelstijl, dat hoog druk zetten en dominant willen zijn, vol te houden als het in een fase van het seizoen tegenzit.''

Van Marwijk speelde in zijn voetbalcarrière bij clubs als Go Ahead Eagles, AZ en Fortuna Sittard en gebruikt een praktijkvoorbeeld om zijn punt duidelijk te maken. ''In de periode dat ik zelf als speler tegen het Ajax van Johan Cruijff voetbalde, hoorde je Johan Neeskens altijd roepen: 'Nu!' Dan ging Ajax jagen. Maar na tien minuten namen ze even rust, lieten ze ons wat meer aan de bal. Het druk zetten deed het grote Ajax in fases. Nu proberen ploegen als Feyenoord dat negentig minuten te doen. Conditioneel kan dat, alleen vraag ik me af of het mentaal ook kan.''

Luka Ivanušec
Van Marwijk ziet dat de international van Kroatië nog niet het verschil heeft kunnen maken in het shirt van Feyenoord. De buitenspeler voldoet voorlopig niet aan de hoge verwachtingen die er zijn sinds zijn komst van Dinamo Zagreb. ''Bij Feyenoord valt op dat spelers moeite hebben om zich aan te passen aan de speelstijl en de intensiteit waarmee Arne Slot zijn ploeg laat spelen. Dat komt in deze fase naar voren bij Luka Ivanušec. Slot vindt hem goed aan de bal, maar mist nog facetten in het spel zonder bal, zoals het afjagen.''

''Dat heeft niet alleen te maken met de energie die een speler erin moet stoppen. Het heeft ook te maken met het karakter van een speler en hoe hij het vak van profvoetballer beleeft. Als een speler écht wil, kan hij het opbrengen. Maar misschien is het hem nooit zo verteld en denkt een speler uit een andere voetbalcultuur: waarom zou ik dat doen? Ik heb als trainer ook spelers gehad die zeiden: geef mij de bal maar, dan maak ik het verschil, trainer. Maar zo werkt het niet in een ploeg.''