"Ik kan me niet voorstellen dat Feyenoord zich gaat verslikken in NEC"

In aanloop naar een uniek moment in de clubhistorie, want dat is ten slotte iedere prijs die er gewonnen wordt, spreekt de media uiteraard met veel helden uit het verleden. Met de wereldbeker, Europacup 1, UEFA cup en 263 wedstrijden achter zijn naam mag Rinus Israël gerust een held uit de clubgeschiedenis van Feyenoord worden genoemd.

Als Israël geconfronteerd wordt met het feit dat hij maar één keer de KNVB Beker wist te winnen, vraagt hij met een glimlach of tien prijzen niet voldoende waren. Hij blikt in gesprek met het Algemeen Dagblad terug op de finale tegen PSV in 1969, die werd beslist over twee wedstrijden. Wat de verdediger het meeste is bij gebleven? "Dat ik niet op vakantie kon, een dag na de finale. Mijn vrouw en ik zouden naar de camping in Spanje vertrekken, de caravan stond al klaar, maar we kwamen niet verder dan een gelijkspel tegen PSV, 1-1. Moesten we drie dagen later wéér aan de bak.''

In de tweede wedstrijd werd er met 2-0 gewonnen door doelpunten van Willem van Hanegem en Henk Wery. "Ja, gelukkig wel. En ik kan me herinneren dat we nog goed speelden ook in de Kuip, die toen gevuld was met bijna 60.000 toeschouwers." Voor zondagavond verwacht hij ook dat de Rotterdammers er met de prijs vandoor gaan. "Feyenoord is natuurlijk zwaar favoriet. Ik vind echt dat er een heel aardig elftal staat. Ik kan me niet voorstellen dat Feyenoord zich gaat verslikken in NEC, hoe goed die ploeg het nu ook doet."

De uitslag gokt Israël op 3-1, maar als Feyenoord dan de volgende dag met de beker naar de binnenstad mag, ziet hij het niet als een echte hoofdprijs. IJzeren Rinus heeft ten slotte wel grotere prijzen gepakt. "Ja, zo wordt dat gezien. Zelf hecht ik niet zo'n waarde aan de beker. Het landskampioenschap, de Europacup I: dat zijn de echte prijzen. Zo zag ik dat ruim vijftig jaar geleden al. Maar goed, elke prijs is er één.''