Ulrich van Gobbel heeft zijn leven alweer een tijdje op de rails. De voormalig verdediger is tegewoordig als specialistentrainer actief bij zijn oude club Feyenoord. In 'Uli, Uli', zijn nieuw verschenen biografie, vertelt Van Gobbel over zijn carrière en turbulente leven.
''Mijn vader heeft in Rotterdam een vrouw vermoord en vrijwel direct daarna zelfmoord gepleegd'', onthult de achtvoudig international alvast tegenover het Algemeen Dagblad. ''Het heeft dertig jaar geduurd voordat ik er klaar voor was. Weinig mensen kennen het verhaal. Ook goede vrienden weten hier niets van. Het heeft de grootste impact op mijn leven gehad.''
Onder Leo Beenhakker pakte Van Gobbel zijn tweede landstitel met Feyenoord. ''Tijdens de huldiging op de Coolsingel had ik voor al die duizenden fans gezongen: 'Wie niet springt, die is een Jood.' Niet slim en niet sympathiek, eerder een beetje dom. Ik had het gewoon niet moeten doen. De politie moest mij ondervragen omdat ik door derden werd beschuldigd van het aanstichten van rellen.''
Hij groeide uit tot een publiekslieveling in De Kuip. ''Als ik twee uur voor de thuiswedstrijd naar de Kuip reed, een beetje haast had en wat auto's probeerde te passeren, kreeg ik allemaal middelvingers en scheldkanonnades naar mijn hoofd geslingerd. Als ik dan mijn raampje opendeed en zij zagen dat ik het was, hoorde ik: 'Uli, Uli, Uli.' Dat werkte bijna verslavend, zo mooi was dat.''
Plaats reactie
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties