'VvF en Doyen Sports Group zijn totaal niet te vergelijken'

Toen Eric Gudde zeven jaar geleden aantrad als algemeen directeur, was Feyenoord sportief en financieel nagenoeg bankroet. Nu schrijft de club zwarte cijfers en lijkt het landskampioenschap een kwestie van tijd. Een belangrijke schakel in de gezondmaking van de club was de financiële injectie van de Vrienden van Feyenoord. Gudde legt uit dat deze investeringsgroep niet te vergelijken is met commerciële, private investeringsvehikels zoals Doyen Sport Group.

Om mee te kunnen strijden op het hoogste sportieve podium, heeft een aantal topclubs, zoals AC Milan, Lazio Roma, Atlético Madrid en in Nederland FC Twente, ervoor gekozen in zee te gaan met Doyen Sport Group. Dat is een op Malta geregistreerd bedrijf dat ook een banklicentie heeft. De investeringsgroep voorziet clubs van een financiële injectie en eist in ruil een deel van de transferopbrengsten op. De UEFA is fel gekant tegen deze vorm van Third Party Ownership, de KNVB staat het vooralsnog toe.

"Bij de Vrienden van Feyenoord gaat dit volstrekt anders. Zij hebben zich met de club juist gericht op de financiële gezondmaking van de club, op het realiseren van een stabiel positief eigen vermogen. En van transfers bleven zij juist ver weg”, aldus Eric Gudde.

"Deze twee groepen zijn dus totaal niet vergelijkbaar. Ik ken de Vrienden van Feyenoord nu al 5,6 jaar van haver tot gort. Dat zijn mensen die echt hart voor de club hebben. Ik vind dat zij hun investeringen destijds onder vriendelijke voorwaarden hebben gedaan. Over de opbrengsten uit transfers zijn afspraken gemaakt: naarmate ons eigen vermogen stijgt dankzij de transferinkomsten, kunnen we een steeds groter percentage herinvesteren. En de rest is weer ter verdere versterking van dat eigen vermogen."

Romantische houding

"Er is een wezenlijk verschil met Doyen Sports Group. In onze statuten ligt vast dat: 51 procent van het eigendom te allen tijden in handen is van de club, in ons geval de Stichting Continuïteit. In het verleden hebben zich wel partijen bij ons gemeld, maar ze haakten af omdat de zeggenschap beperkt blijft tot 49 procent. Zo’n investeringsgroep eist 100 procent eigendom. Misschien is dit een te romantische houding en gaan we daarmee voorbij aan de harde realiteit van het mondiale voetbal; in de Engelse Premier League wemelt het van de private eigenaren. Maar wij voelen ons prettig bij deze situatie.”

Wat verwacht u voor goeds voor de Nederlandse clubs van Financial Fair Play (FFP), de financiële spelregels die de UEFA heeft opgelegd aan duurdere Europese clubs omtrent een gezonde boekhouding (uitgaven aan transfers en salarissen mogen niet hoger zijn dan de inkomsten van een club ) en private investeringen (schulden mogen slechts tot een bepaald maximum door een rijkaard worden gecompenseerd)?

"Je ziet dat dit zachtjesaan een rol begint te spelen. Er zijn nu clubs wegens overtreding van de regels uit de Europese competitie gehaald en er zijn boetes opgelegd. Maar het gebeurt nog mondjesmaat en clubs zoals Paris Saint Germain, met steenrijke eigenaren, schrikken er niet echt van. Je ziet ook dat clubs met sponsorcontracten steeds inventiever worden, om het verbod te omzeilen dat de eigenaar van een club uit eigen zak de schulden compenseert. Dat is met alles in het leven: waar verboden worden opgelegd, zoeken mensen naar regels om ze te omzeilen. Zelfs als FFP streng nageleefd wordt, dan nog zal het voor Nederlandse clubs onwijs moeilijk worden om gelijke tred te houden met grote buitenlandse clubs. Want nog altijd is het zo dat de club die promoveert naar de Premier League meer televisiegeld ontvangt dan alle clubs in de eredivisie bij elkaar. Besiktas, dat ons uitschakelde in de voorronde van de Champions League, heeft een salarisbudget dat minstens vier keer hoger ligt dan dat van ons.”

''In Nederland is de reglementering omtrent de financiën het strengst, samen met Duitsland wellicht. Dat is soms wel wrang, gelet op sommige situaties in het buitenland. Daarom werd ik nogal giftig toen de overheid ook nog eens een crisisheffing op hoge inkomens voorstelde (een extra belasting van 16% op inkomens boven de 150.000 euro, als onderdeel van het politieke lenteakkoord in 2013, FS). Dat kwam op het bord van de profclubs terecht. En dat terwijl wij met ons belastinggeld de Spaanse banken in leven houden! Dan denk ik wel eens: schaf de term Financial Fair Play maar meteen af.”

De romanticus zal zeggen: eerlijk duurt het langst.

"Ja, maar of dat in dit geval voor de lange termijn opgaat maar betwijfel ik. Maar goed, dit is het land waarin wij leven. We zijn in opleidingsland met een mooie competitie. Je kunt overal over zeuren, maar het is wel een spannende competitie. Er komt elke keer weer nieuw talent naar boven, de stadions zitten vol. Daarbinnen moet je er voor zorgen dat je met jouw club de beste bent.”